(Zelf?)portret van Coornhert, getekend voorin het Goudse Librije-exemplaar van Coornherts (?) De rerum usu et abusu (Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlycke have), gedrukt in 1585 in Antwerpen door Christoffel Plantijn
In de jaren negentig ben ik via de studie van John Locke's A Letter Concerning Toleration (1689) geïnteresseerd geraakt in zijn Dutch connection, arminiaanse vrienden in Holland (met name Philipp van Limborch). Zo raakte ik ook bekend met D.V. Coornhert (1522-1590) die, niet helemaal terecht naar ik meen, als een voorloper van de arminanen te boek staat. Als student was ik al gefascineerd door het conflict tussen arminianen en gomaristen, een bittere broederstrijd binnen het Nederlandse calvinisme die zelfs in een burgeroorlog uitmondde en de leider van de Republiek, Johan van Oldenbarnevelt, de kop kostte. Ik begreep helemaal niets van deze merkwaardige macht van religieuze ideeën. Maar waren het wel de ideeën die macht uitoefenden of verborg machtspolitiek haar platte ambitie achter de nuancering van ideeën? Of is op een of andere manier beide het geval?
Toen ik kennismaakte met het werk van Coornhert had ik aanvankelijk het gevoel dat ik onontgonnen terrein betrad. Zoiets is in de filosofie vrijwel onbestaanbaar, want over alles en iedereen is meestal veel – ja, veel te veel – geschreven. Nader onderzoek leerde weldra dat Coornhert zeker onder neerlandici geen onbekende was en dat enkele filosofen, theologen en historici in het buitenland, en inmiddels ook in Nederland, met name ook zijn religiepolitieke geschriften wisten te waarderen. Die geschriften waren echter maar zelden heruitgegeven. En ik dacht, dat is mooi werk en gelukkig kreeg ik bij dat werk steun van deze en gene. Die onmisbare steun, met name van dr. J.C. Bedaux en dr. A. Gelderblom, duurt voort tot op de dag van vandaag.
Seditio of de scheuring van de Nederlanden. Tijdens de opstand verjaagt het volk de katholieke geestelijkheid. Ontaarding van de katholieke geestelijkheid (serietitel). D.V. Coornhert, naar een ontwerp van Adriaan de Weerdt, 1604.
Het religiepolitieke werk van Coornhert leek mij vooral als tijdsdocument van grote betekenis. Coornhert bestreed de gereformeerde predikanten om geloofsinhoudelijke redenen, maar ook vanwege hun machtsaanspraken. Hij beschouwde hen als verraders van de opstand: men was toch niet tegen de Spaanse landsheer in opstand gekomen om Roomse inquisitie in te ruilen voor Geneefse inquisitie? Coornhert kwam op alle mogelijke manieren tegen de gereformeerde machtsaanspraken in het geweer. De studie van zijn leven en werk biedt een verrassend perspectief op de moeizame ontstaansgeschiedenis van de Republiek der Zeven Provinciën en de burgeroorlog die haar decennialang, in meer of minder sterke mate, bedreigde.
Ook voor de vroegmoderne ethiek en politieke filosofie is het werk van Coornhert volgens mij van belang. Als gelovige gaat hij uit van een almachtige God, maar in zijn ethiek is hij gespitst op een mens die verantwoordelijkheid kan en moet nemen voor zijn eigen handelen. Ook in zijn rudimentaire politieke filosofie werkt hij met specifiek religieuze premissen. Toch opteert hij voor de scheiding van kerk en staat en pleit hij voor geloofsvrijheid en verdraagzaamheid tussen de diverse geloofsgroepen. Dat betekent echter niet dat Coornhert zijn tijd ver vooruit is en dáárom voor ons interessant is (d.i. eigenlijk omdat wij onze tijd of misschien wel onszelf al te graag hoogachten). Het verhaal van voorlopers en navolgers gaat eraan voorbij dat iemand zelf interessant kan zijn vanwege de manier waarop hij in zijn eigen tijd, met de middelen die hem ter beschikking staan probeert zich te positioneren ten opzichte van tijdgenoten. De getuigenis van die levende geschiedenis spreekt in zijn werk.
Inmiddels heb ik een aantal van Coornherts teksten nauwgezet nageplozen om die levende geschiedenis beter in beeld te krijgen. Enkele teksten heb ik hertaald, ingeleid en geannoteerd (zie hieronder: Recente publicaties). Een groot deel van mijn onderzoeksmateriaal heb ik niet in boekvorm gepubliceerd, maar wil ik wel graag voor geïnteresseerden als digitale publicaties toegankelijk maken. Ik onderscheid twee soorten digitale publicaties: een afdeling die werk van Coornhert betreft en een afdeling met vroegmoderne religiepolitieke traktaten. Beide afdelingen worden de komende jaren verder aangevuld (zie hieronder: Digitale Coornhertbibliotheek).
J. Gruppelaar, ‘Coornhert en de opstand: geen ‘zoete vrijheid’ zonder religievrede, in: a.w. 2009, pp. 9-31. Zie>
J. Gruppelaar, ‘Godgeleerd zwijgen, onthechting en naastenliefde’, in: a.w. 2015, pp. 13-39.
J. Gruppelaar, ‘Geen gewetensvrijheid zonder godsdienstvrijheid’, in: a.w. 2022, pp. 7-49.
Zie ook: J. Gruppelaar, Het Staatsbestel in de Republiek. Ideologie en praktijk, 2004 (ongepubliceerd). Zie> (PDF)
In voorbereiding: J. Gruppelaar, Parallelle levens: Montaigne en Coornhert, verwachte publicatiedatum 2024.
Johannes Uytenbogaert, Christelicke Raedt voor Conscientieuse Menschen, die clagen over groote swaermoedicheyt des Geestes ende aenvechtingen, daer mede sy seggen dickwils ghequelt te zijn in haer Ghemoedt, Anthony Jansz Tongerloo: ’s-Gravenhaghe 1639.
Franciscus Gomarus, Waerschouwinghe, J.J. Orlers: Leiden 1609.
Antionius Walæus, Het ampt der kerckendienaren: Midtsgaders de authoriteyt, ende opsicht, die een Hooghe Christelicke Overheydt daer over toecompt, Adriaen vanden Vivere: Middelburg 1615.